2018/2 Verlangen naar stilte
Editieredactie: Theo van der Zee
INLEIDING | Theo van der Zee
Een tegendraads verlangen
De wereld is doortrokken van geluid. Er zijn maar nauwelijks plekken meer waar niets kan worden gehoord. Geluid maken is een wijze van bestaan: wie leeft, maakt geluid. Wie gezien en gehoord wil worden, zorgt ervoor om voldoende geluid te produceren. Luidruchtig zijn heeft misschien wel te maken met de angst om niet mee te kunnen, er niet bij te horen of niet echt te leven. Stilte is in deze luidruchtige wereld een vreemde eend in de bijt. Ze laat niet van zich horen, wordt ook niet gemaakt, maar ontstaat. Het is tegendraads om te verlangen naar stilte.
U kunt het hele inleidende artikel lezen door te klikken op inleiding
ONDERZOEK | Jan Gronouwe
Niet in woorden te begrijpen
De schoonheid van het leven zit wellicht in het onzegbare en ongrijpbare dat opgeroepen wordt door het zegbare en grijpbare. Mijn fascinatie ligt op het vlak van deze schoonheid. Stilte is een fenomeen dat me heeft gegrepen.
De ongrijpbaarheid van de stilte komt mede voort uit het feit dat het steeds om iets anders gaat dan stilte zelf, als we het hebben over de stilte (Ten Bos 2011). Vanuit dit besef schrijf ik dit artikel, in de hoop met woorden zo dicht mogelijk om de stilte heen te cirkelen en er een glimp van op te vangen en door te geven.
Om onderzoek te doen naar stilte zijn echter ook woorden nodig. In dit artikel presenteer ik een categorisering van de stilte op basis van het empirisch materiaal. Vandaaruit maak ik de vertaling naar de praktijk waarin mensen elkaar ontmoeten in een context van professionele begeleiding.
Het empirisch materiaal bestaat uit elf interviews, waarvan vijf groepsinterviews (totaal zeventien respondenten). In één groepsinterview is een deel van de film ‘Into great silence’ getoond, waarna een gesprek heeft plaatsgevonden over wat de stilte in het getoonde fragment oproept. De respondenten hebben een achtergrond als adviseur, begeleidingskundige, directielid van een woningbouwvereniging, gemeentesecretaris, ambtenaar, lector, danser, kunstenaar en onderzoeker/docent.
Daarnaast is gebruik gemaakt van ervaringen uit drie werksessies met gemiddeld acht deelnemers, allen professionals op het vlak van coaching, training en advies. In de werksessies stond de vraag naar de plaats van stilte in het handelingsrepertoire van de deelnemers centraal. Het materiaal uit deze werksessies is eerder verwerkt in een artikel in het Tijdschrift voor de Begeleidingskunde (De Ronde & Gronouwe 2013).
Dit artikel is verrijkt met eigen ervaringen met de stilte. Daar waar dat het geval is, wordt dat expliciet vermeld.
BESPIEGELING | Michiel de Ronde
Dichter bij de stilte
Begeleidingskundige bespiegelingen geïnspireerd door ‘Het uur U’
Net als in de poëzie van Martinus Nijhoff gaat het in de praktijk van het begeleidingskundig handelen om grenservaringen en overgangsmomenten waardoor de wereld een nieuwe betekenis krijgt. Het zijn ongrijpbare momenten, waarin de stilte gevuld en gedragen is en waarvan ieder het belang ervaart. Met behulp van het gedicht ‘Het uur U’ probeert Michiel de Ronde dichter bij dat moment der waarheid te komen, om het karakter ervan beter te begrijpen. Wat gebeurt daar?
Eén ogenblik had de geest
in vergezichten gedwaald.
De woorden van het motto voor dit artikel zijn afkomstig uit het grote gedicht ‘Het uur U’ van Martinus Nijhoff. Ze zijn even mysterieus als de rest van het gedicht. Wie is die geest? Wat wordt er gezien in die vergezichten? Waarom maar één ogenblik? En hoe kan men daarin dan dwalen?
Ondanks al deze vragen is het duidelijk dat het in het gehele, lange gedicht, dat meer dan 450 versregels nodig heeft, gaat om het beslissende moment, een punt in de tijd waar alles om draait. Dat wordt niet alleen onderstreept door de titel van het kunstwerk, maar ook door de wijze waarop in verschillende fragmenten ervan wordt verwezen naar dat alles bepalende, maar tegelijk zo ondefinieerbare ogenblik.
Veel van de gedichten van Nijhoff spelen zich af op de grens van verschillende werelden: bij een brug, een raam, een deur, tussen hemel en aarde, bij het veer, aan het water. Nijhoff creëert in zijn werk telkens het besef van een overgangsmoment tussen de ene en de andere werkelijkheid, het spannende ogenblik waarop het inzicht een moment doorbreekt en het perspectief op de wereld voor een tel verschuift en de realiteit zich plotseling voordoet in een andere gedaante.
Deze kenmerkende eigenschap van de poëzie van Nijhoff maakt haar interessant voor de begeleidingskunde; ook in de praktijk van het begeleidingskundig handelen gaat het om grenservaringen en overgangsmomenten waardoor de wereld een nieuwe betekenis krijgt.
In begeleidingssituaties, individueel of in kleinere groepen, maar soms ook in bijeenkomsten van grotere groepen, doen zich wel van die intensieve ervaringen voor, waarbij sprake is van het besef dat het hier gaat om het wezenlijke, dat de kern wordt geraakt, dat er iets verspringt, waardoor alles anders wordt. Het zijn ongrijpbare momenten, waarin de stilte gevuld en gedragen is en waarvan ieder het belang ervaart. Dit artikel heeft de bedoeling om met behulp van het gedicht ‘Het uur U’ dichter bij dat moment der waarheid te komen, om het karakter ervan beter te begrijpen. Wat gebeurt daar?
ONDERZOEK | Theo van der Zee
Verstilde onderscheiding
Ze zijn niet talrijk, maar ze zijn er wel: situaties waarin mensen even niet meer weten wat te doen. Zelfs professionals met een grote staat van dienst belanden in zulke situaties.
Neem bijvoorbeeld de schoolleider van een brede schoolgemeenschap op het anders zo rustige platteland, waar hard wordt gewerkt om mooie resultaten te behalen, waar leerlingen en docenten elkaar zien, en aandacht is voor elkaars wel en wee. Hij heeft al voor veel hete vuren gestaan, een berg aan ervaring en deskundigheid opgebouwd en laat zich niet gauw uit het veld slaan.
En dan toch, nu, wordt hij geconfronteerd met een onverwachte en bijzonder gevoelige situatie, waar hij geen raad mee weet. Een leerlinge – vooreerst niet opvallend, maar gaandeweg steeds meer zichtbaar in de school – is naar Syrië vertrokken om zich aan te sluiten bij Islamitische Staat. Op zijn school!
Natuurlijk weet hij wat de procedures zijn in de school, en wat hem te doen staat in de richting van de autoriteiten. De situatie raakt hem echter meer dan hij had verwacht, en roept allerlei vragen op. Waarom zij? Wat beweegt haar? Wat verwacht ze daar te vinden wat ze hier niet lijkt te hebben gevonden? Wat hebben wij gemist? Wat kunnen we van haar begrijpen?
Het zijn deze en soortgelijke situaties die professionals confronteren met de grenzen van hun normale handelingsrepertoire. Net als van veel andere professionals in het algemeen wordt van leidinggevenden in het bijzonder verwacht dat ze in staat zijn om taakgericht te werken en regie en controle uit te oefenen over hun taken.
PRAKTIJK | Anky Floris
Een verstillende wandeling
Met aandacht wordt er gelopen, een levensvraag gaat mee en tijdens een korte stop is er een natuuropdracht. Stilte wordt vooral ervaren als een staat van zijn. Een persoonlijke impressie langs ‘stapstenen’ van ontmoeting met stilte buiten en binnen jezelf.
PRAKTIJK | Susanne de Jong-Tennekes
Stilte in beweging
Als we mediteren, proberen we zoveel mogelijk aanwezig te zijn. Daarbij houd je voor mogelijk dat God aanwezig is. In het verwachten, in het hopen ligt toewijding. Deze bijdrage beschrijft een geleide meditatieve bijeenkomst in de stilte van een kapel. Wat gebeurt er, wat wordt ervaren?
IN BEELD | René Rosmolen
Schilderen als een stil gebed
INTERVIEW | Theo van der Zee
Stil worden in je werk
Prof.dr. Kees Waaijman, karmeliet en voormalig hoogleraar spiritualiteit en directeur van het Titus Brandsma Instituut aan de Radboud Universiteit:
‘Ik ben terughoudend om alles maar in de mal van professionalisering te gieten.’
Het is een dinsdag in maart. Zo’n dag waarop de mist als een deken over de stad ligt. We spreken elkaar in zijn werkkamer op de twaalfde verdieping van het Erasmusgebouw op de campus van de Radboud Universiteit te Nijmegen. De mist ontneemt het zicht in de verte en doet ons naar binnen zien. Op de gang is het rustig geworden, de studenten hebben hun weg naar de colleges weer gevonden. Buiten is het mistig, binnen is er rust. Dat nodigt uit tot verstilling.
‘Ik ervaar de rust op de gang als een stilte. De geluiden van langslopende collega’s of studenten die hun verenigingskamers opzoeken verbreken de stilte niet voor mij. Er dringt zich niets op dat de stilte zou kunnen verbreken. Ik ben hier met de stilte, die is voor mij als een vriend. En dat is weldadig.’