Hier vindt u de jaargangen met daaronder de links naar de afzonderlijke nummers uit de jaargang
Klik op de link van het gewenste nummer en u krijgt een overzicht van dat nummer en vanaf nummer 2022/1 de mogelijkheid om het hele nummer digitaal te lezen
1999/2 Voorganger in de liturgie
Editieredactie: Gerrit Immink, Niek Schuman & Hans Siemerink
Predikanten en pastores staan iedere zondag opnieuw voor de taak om leiding te geven aan de samenkomst van de gemeente. Hoe verstaan zij die rol en hoe bereiden zij zich daar op voor? In dit themanummer bekijken we de liturgie vanuit de rolopvatting van de liturg. Welk beeld schetsen voorgangers van de liturgische praxis, wat is volgens hen de functie van de liturgie in het leven van de gemeente, en hoe geven zij (samen met anderen) daaraan gestalte?
Het themanummer bevat twee artikelen over de aard en de functie van de liturgische praxis. Prof. dr. P. Post levert een bijdrage vanuit het gedachtegoed van de rooms-katholieke traditie: Rol en rite: over liturgisch voorgaan, en dr. M. Barnard schrijft over deze thematiek vanuit de protestantse traditie. Vervolgens bevat de bundel vijf interviews met pastores/predikanten. De verscheidenheid die kenmerkend is voor kerkelijk Nederland komt als volgt in beeld. Uit rooms-katholieke kring een gesprek met een priester die zich thuis voelt bij een min of meer klassieke liturgie en vervolgens met iemand die vernieuwing nastreeft. Uit de SOW-kerken een interview met een predikant die de oecumenisch-protestantse lijn volgt, met een vertegenwoordiger van de charismatisch-evangelische stroming en met een predikant die de klassiek-gereformeerde liturgie volgt (zoals die gehanteerd wordt binnen de Gereformeerde Bond). Ten slotte schrijven prof. dr. A.H.M. Scheer, mw. drs. F. Stark en prof. dr. N.A. Schuman elk een evaluerend artikel en verzorgt prof. dr. F.G. Immink de inleiding.
Het themanummer is niet alleen bedoeld voor pastores en predikanten, maar voor iedereen die liturgisch geïnteresseerd is. De twee inleidende artikelen geven een goed overzicht van de stand van zaken in de liturgiek en de interviews schetsen een beeld van de kerkelijke praktijk, terwijl het
geheel in een praktisch-theologisch kader staat.
Gerrit Immink, Over de rol van de liturg in de samenkomst van de gemeente. Ten geleide (125-127)
Paul Post, Rol en rite: over liturgisch voorgaan (128-147)
Marcel Barnard, Stiel en stijl. Over liturgisch voorgaan vanuit protestants perspectief (148-170)
Hans Siemerink, 'Ik vertegenwoordig zowel Christus als de gemeenschap'. Interview met M. Timmermans (171-181)
Hans Siemerink, 'De liturgische viering is allereerst de viering van de gemeenschap ...' Interview met N. Hogema (182-191)
Niek Schuman, De heilige Geest en de PC. Interview met G. Landman (192-202)
Gerrit Immink, 'Die betrokkenheid, dat vergt veel ...' Interview met J. Koppenhol (203-217)
Gerrit Immink, De kerkdienst als samenkomst van het huisgezin van de Heer. Interview met S. van Deventer (218-231)
Ton Scheer, Over het zachte juk en de lichte last (Mt. 11,29). Poging tot interpretatie van de interviews over voorgaan in de liturgie (232-245)
Ciska Stark, Voorgaan in de liturgie. Een kleurrijk visioen (246-255)
Niek Schuman, Oremus (256-263)
1999/1
Ruard Ganzevoort, Stemmen van het zelf en rollen van God. Fragment en identiteit in religie en pastoraat (3-23)
In dit artikel wordt beschreven hoe vandaag de dag onze identiteit is opgebouwd uit fragmenten en hoe, a fortiori, onze religieuze en pastorale identiteit gekenmerkt wordt door een openheid voor wat onaf is in verleden, toekomst en ontmoeting, en daarmee voor het besef 'it could be otherwise'. Wat betekent deze fragmentarische en meerstemmige identiteit voor de persoonlijke en professionele opstelling van de pastor en welke relatie tot God is nog mogelijk? De begrippen metafoor en rol zijn van belang voor de beantwoording van die vragen. In zijn slotconclusie stelt de auteur dat een pastorale identiteit die uitgaat van fragmenten en van religie als rollenspel, ruimte biedt voor de noodzakelijke meerstemmigheid in de ontmoeting met God.
Toine van den Hoogen, Communicatie van godsgeloof in de hedendaagse cultuur. Het voorbeeld van de huwelijkspastoraal (24-46)
In dit artikel gaat het om de vraag hoe de voorbereiding van een kerkelijke huwelijkssluiting de pastor een kans kan bieden om de heilskracht van zegen en verbond naar voren te laten komen als een zinvolle, krachtige en plausibele vorm van 'stiling' en 'verinhoudelijking' van het leven. De auteur spitst deze vraag eerst toe op de pastorale praxis, kritisch aansluitend bij de voor de hand liggende vraag 'waarom willen jullie voor de kerk trouwen?' en evenzeer kritisch aansluitend bij de gangbare benadering van het huwelijk als scharniermoment en 'rite de passage'. Hij geeft vervolgens een schets van een hernieuwd bijbels en theologisch oriëntatiepunt voor de huwelijkspastoraal. Ten slotte geeft hij, onder de aspecten uitdaging en troost, een suggestie voor het zwaartepunt van het pastorale handelen rondom de kerkelijke huwelijkssluiting.
Gerard Zuidberg, De geloofstaal van pastores. Een onderzoek naar de spiritualiteit van pastores in de r.-k. kerk (47-63)
In het boek van Gerard Zuidberg 'De God van de pastor' gaat het met name over de beeldtaal die pastores hanteren. In onderstaand artikel editie schetst de auteur en aantal lijnen uit zijn onderzoek. Hij gaat concreet in op wat hij ontdekt heeft over de inhoudelijke ontwikkelingen in de spiritualiteit van pastores: de beeldtaal over God, Jezus en de Geest, de context die daarin een grote rol speelt, de taal die pastores gebruiken wanneer ze spreken over gebed, bezinning en engagement. Ten slotte wordt kort aangegeven hoe pastores de verhouding tussen pastoraat en spiritualiteit beleven. Bij wijze van conclusie worden enkele praktisch-theologische vragen besproken over de relatie professionaliteit en spiritualiteit.
Heije Faber, Het leren van de pastor. Wat blijft er overeind van de oorspronkelijke intuïtie van de Klinische Pastorale Vorming? (64-71)
De auteur schetst twee belangrijke ontwikkelingslijnen in de KPV: een die leidt naar een besef van identiteit, en een die voert naar een bewustzijn van professionaliteit. Naar het oordeel van de auteur is de centrale problematiek in het werk van de pastor het feit dat hij zijn arbeid in de spanning tussen identiteit en professionaliteit moet verrichten. Hij betoogt dat deze spanning, in het pastoraat én in de KPV, noodzakelijk is en niet mag worden opgelost door een van beide polen te ontladen. Hij waarschuwt in dit verband voor de dreigende dominantie van de pool van de professionaliteit, hetgeen tot gevolg kan hebben dat de diepere identiteit van het pastoraat vervaagt. De spanning tussen de veiligheid van professionaliteit enerzijds en de onveiligheid van authenticiteit anderzijds is wezenlijk voor het pastoraat.
Tom Meijers, 'Meewerken is echter niet hetzelfde als vervangen'. De Romeinse Instructie over leken in pastorale dienst (92-88)
Ruim anderhalf jaar geleden verscheen de Vaticaanse instructie over de medewerking van leken in het priesterlijk dienstwerk. De instructie accentueert de priester als sacramenteel-gewijde herder, omdat in bepaalde regio's het priesterlijk herderschap dreigt te vervagen. De instructie grijpt terug op een vóór-conciliair priesterbeeld. De post-conciliaire ontwikkelingen, waarin priesters en leken in het pastoraal samenwerken, worden niet positief overwogen. Het benoemen van een pastoraal werk(st)er als eerst verantwoordelijke van een parochie roept vragen op. Dit is een noodvoorziening. Het artikel eindigt met overwegingen die de zorg van de instructie in positieve zin verwoorden.
Dick Tieleman, Contextueel pastoraat: theologische optiek en pastorale optie. Boekbespreking van A. van Rhijn & H. Meulink-Korf, De Context en de Ander. Nagy herlezen in het spoor van Levinas met het oog op het pastoraat. 89-93
Paul Post, Rijke oogst: literatuurbericht liturgiewetenschap (94-117)
1998/4 Pastoraat en veranderende relaties
Editieredactie: Eddy Hallewas, Corja Menken-Bekius & Jos Pieper
De afgelopen decennia is in onze West-Europese samenleving in hoog tempo veel veranderd in de relatiepatronen van mensen. Dit geldt in het bijzonder voor de duurzame relatie van twee mensen, zoals die vorm krijgt in een huwelijk of een andere levensverbintenis. Wie zich verdiept in literatuur uit de jaren vijftig, toen (naar men zegt) 'geluk nog gewoon was', of films uit die tijd ziet, realiseert zich hoe onvoorstelbaar snel het inderdaad is gegaan. Deze ontwikkelingen brengen de pastor in een bepaald spanningsveld. Enerzijds heeft de pastor te maken met de christelijke traditie en de eigen (geloofs)overtuiging, anderzijds met individuele paren die vaak heel verschillende achtergronden hebben. Enerzijds is er de kerk, waar op een bepaalde wijze over het huwelijk wordt gedacht (gedachten die terug te vinden zijn in de vormgeving van de liturgie bij gelegenheid van een huwelijk), anderzijds verlangen veel paren die in de kerk willen trouwen een ritueel dat aangepast is aan hun persoonlijke situatie. Een ritueel voor een stel dat na vier jaar samengewoond te hebben, gaat trouwen en daar Gods zegen over vraagt, lijkt een andere functie te hebben dan die van het markeren en begeleiden van de overgang naar een nieuwe levensfase. Welke betekenis hecht men aan deze stap? Wat wordt hier van de kerk verlangd en welke consequenties heeft dat voor de symbolische handelingen die in de viering worden gebruikt? Hoe vrij kan of mag een pastor te werk gaan bij het doorvertalen van de boodschap van het evangelie naar de specifieke situatie waar deze mensen zich in bevinden? De discussie die na de huwelijksviering van Maurits en Marilène is ontbrand over het ter communie gaan van niet-katholieken, toont een diepe kloof tussen het leven en de (officiële) leer van de kerk.
Tachtig procent van de Nederlanders had daar geen enkele moeite mee (veel ondervraagden reageerden zelfs uitgesproken positief), slechts zeven procent kon zich er niet mee verenigen, onder wie alle bisschoppen. Zo lijkt eveneens een meerderheid van de bevolking geen bezwaren te hebben tegen het homohuwelijk. In de kerk is dit een thema dat hier en daar voor grote beroering zorgt, zowel op het hogere beleidsniveau (kerkorde!) als op het grondvlak. Over de vraag hoe pastoraal omgegaan moet worden met het interreligieuze huwelijk is nog nauwelijks echt nagedacht, terwijl het aantal gemengd gehuwden groeit. Uiteraard werken sociaal-culturele veranderingen in het denken over duurzame intieme relaties ook door in de pastorale begeleiding van mensen met relatieproblematiek. Echtscheiden is een maatschappelijk aanvaard verschijnsel geworden. Het lijkt voor een toenemend aantal paren de beste weg om hun problemen op te lossen. Wat betekent dit gegeven voor het pastoraat? Lang niet alle paren die zich voor de zegening van hun huwelijk tot de kerk hebben gewend, kloppen ook bij de pastor aan als er problemen zijn. Als ze dat wel doen, dan is het nog maar de vraag of de pastor over voldoende kennis en ervaring beschikt om deskundige begeleiding te bieden. Waaraan kan de pastor zich in voorkomende gevallen oriënteren? Wat moet hij/zij doen, en wat vooral niet? Als een scheiding onvermijdelijk is, zou een echtscheidingsritueel dan helpend kunnen zijn, als teken van betrokkenheid van de gemeente, in wier midden men de zegen over het huwelijk heeft ontvangen? Waar zou zo'n ritueel dan op gericht moeten zijn en hoe zou het eruit kunnen zien?
Om al deze vragen enigermate onder één noemer te brengen, vroegen wij als subredactie de auteurs die aan dit themanummer meewerken, hun bijdragen vanuit de volgende probleemstelling vorm te geven: Welke consequenties hebben de genoemde sociaal-culturele veranderingen voor het beleid van de kerk en het handelen van de individuele pastor, met name op het gebied van liturgie en pastoraat?
Het opzet van dit nummer is als volgt:
Deel I: Nadere uitwerking van de probleemstelling in de vorm van een cultureel-sociologische analyse van de veranderingen zoals die zich in de Nederlandse samenleving met betrekking tot het huwelijk en andere levensverbintenissen hebben voorgedaan.
Deel II: Een globale veldverkenning in een aantal artikelen van en vanuit de (pastorale) praktijk. Hierbinnen is er aandacht voor de huwelijksvoorbereiding, het homoseksuele huwelijk, het interreligieuze huwelijk, het huwelijkspastoraat en het echtscheidingsritueel.
Deel III: Een drietal artikelen waarin op een meer theoretisch-reflexief niveau wordt ingegaan op de beschreven problematiek. Het betreft een artikel over de veranderingen in de vormgeving van het burgerlijke en kerkelijke huwelijksritueel; een artikel niet enige (rooms-katholieke) kerkrechtelijke overwegingen rond relaties in beweging en een artikel met een aantal reflecties aangaande het zegenen van levensverbintenissen in de verenigde protestantse kerk.
Ten slotte sluiten twee leden van de subredactie het nummer af met het uitlichten van enkele centrale thema's, die tezamen de rode draad van alle verhalen lijken te vormen.
DEEL I – Nadere uitwerking van de probleemstelling
Corja Menken-Bekius & Jos Pieper, Pastoraat en veranderende relaties. Ten geleide (329)
Sipco Vellenga, Relaties in beweging (332)
DEEL II – Veldverkenning
Jos Pieper, Huwelijksvoorbereiding als catechese (348)
Corja Menken-Bekius, De koster had maar één tafeltje voor het bruidsboeket (357)
Adrie van Andel, Vragen om een zegen: daar zeg je toch geen nee tegen. Actuele ervaringen met het zegenen van niet-huwelijkse relaties in een kerkdienst – een verhaal uit de praktijk (365)
Gé Speelman, Interreligieuze huwelijken: leren leven met verschillen (371)
Anne Westerduin, Huwelijksbegeleiding in de Gereformeerde Bond. Pastorale zorg aan echtparen met huwelijksproblemen binnen het orthodoxe deel der Nederlandse Hervormde Kerk (378)
Jan Bodisco Massink, Pastorale begeleiding van echtparen met relatieproblematiek (385)
Sytze de Vries, Werkelijk ‘à Dieu’? Over doel en zin van een ritueel bij echtscheiding (394)
DEEL III – Theoretische reflectie
Gerard Rouwhorst, Veranderingen in de vormgeving van het huwelijksritueel (403)
Piet Stevens, Ius sequitur vitam? Enige canoniekrechtelijke overwegingen rond relaties in beweging (418)
Eddy Hallewas, Gezegend samen op weg. Over het zegenen van levensverbintenissen in de verenigde protestantse kerk (431)
Corja Menken-Bekius & Jos Pieper, Schipperen tussen leven en leer (450)
1998/3 De pastor als theoloog. Over de betekenis van theologische theorie voor het pastoraal handelen
Editieredactie: Tjeu van Knippenberg & Hans Schilderman
Het is niet toevallig dat in de redactie van Praktische Theologie het idee opkwam om via een themanummer in te gaan op de betekenis die de theologische theorie heeft voor het pastoraal handelen. Deze relatie is enerzijds vanzelfsprekend, anderzijds is er op vele plaatsen een kritische vraag over de feitelijke verhouding. Zo wordt binnen de beweging van de Klinische Pastorale Vorming al jarenlang de constatering herhaald dat theologie als zodanig hooguit een bijrol vervult in het pastorale gesprek. Niet iedereen is daar tevreden mee. Want waarom zou je een schat aan inzichten, collectief totstandgekomen door de eeuwen heen en persoonlijk verworven in de arbeid van een jarenlange studie, laten liggen? Of is het een verborgen schat? Is zij wel een eigen bijdrage om er de werkelijkheid mee te verstaan? Hoe moeilijk is het om theologisch verkregen inzicht te communiceren?
Om in dit themanummer op het spoor te komen van een antwoord op deze vragen, is er gekozen voor een driedelige opzet. Het eerste deel is algemeen en inleidend. Onder de titel De pastor als theoloog wordt de verhouding tussen theologie en pastoraal handelen nader geëxploreerd. Door de bijdrage Kritieke incidenten in de pastorale arbeid krijgt u inzicht in de methode die is gebruikt om pastores in staat te stellen verslag te doen van de feitelijke relatie die zij hanteren tussen theorie en praktijk. In het tweede deel staan de interviews die met vier pastores zijn gehouden. De artikelen bevatten het verslag van een reeks gebeurtenissen en van de wijze waarop pastores daarmee omgingen. Zij geven het resultaat van de incidentbeschrijving door de pastor en van een gesprek daarover tussen betreffende pastor en de schrijver van het artikel. Het derde deel bevat reflecties op en naar aanleiding van de praktijkverslagen. Een systematisch-theoloog, een
godsdienstpsycholoog en twee praktisch-theologen gaan vanuit hun disciplines in op wat zij waarnemen in de gehanteerde praktijk-theorie-verhouding.
redactie
Tjeu van Knippenberg, Ten geleide (189)
INLEIDEND
Tjeu van Knippenberg, De pastor als theoloog (191)
Hans Schilderman, Kritieke incidenten in de pastorale arbeid (206)
PRAKTIJK
Gerben Heitink, ‘Ik ben meer theologisch bezig dan ik dacht…’ (218)
Wim Rooijakkers & Martine Bakema, Kerk en geloof (230)
Nelleke Boonstra, Gemeenteperikelen en de rol van de predikante (246)
Hans Siemerink, Een stervende mens is op weg naar God (259)
REFLECTIE
Wiel Logister, Vrijmoedige reflecties naar aanleiding van ‘critical incidents’ (268)
Rein Nauta, Theologie als handicap (281)
Rein Brouwer, Descriptieve theologie van de pastor (291)
Hans Schilderman, Naar een pragmatische hermeneutiek van pastoraal optreden (309)
1998/2
Tijdens het LPO V (Landelijk Pastoraal Overleg), gewijd aan het thema 'Evangelisatie in een klimaat van dialoog', was 'gemeenschap' een van de invalshoeken. De lezing die Ernest Henau over dit onderwerp hield, vindt u in dit nummer afgedrukt. Zijn betoog bestaat uit drie delen. In het eerste deel bespreekt hij de huidige situatie van de kerk, alsmede de inadequate reacties die deze situatie oproept. In het tweede deel gaat de auteur in op het eigene van het christelijke geloof en op de gevolgen die dit heeft voor de empirische gestalte van de kerk. Aansluitend daarbij stelt hij de vraag naar de voorwaarden waaronder een 'communicatief geloofsmilieu' of 'geloofsgemeenschap' tot stand kan komen. Het derde deel bevat enkele slotbeschouwingen.
In het tweede artikel plaatst mw. Hans Alma kritische kanttekeningen bij het gangbare ontwikkelingsdenken in de psychologie. Ook bij het denken over geloofsontwikkeling wordt ontwikkeling meestal opgevat als beweging, volgens verschillende stadia die een vaste volgorde kennen, in de richting van een voorgegeven doel. De auteur schetst een theoretisch alternatief dat meer rekening houdt met de variatie in individuele levenslooptrajecten en met de culturele bepaaldheid van de gehanteerde criteria om van ontwikkeling te kunnen spreken. Enkele implicaties van dit theoretische perspectief voor het denken over geloofsontwikkeling worden besproken.
Visitatie is in protestantse kerken het instituut waarin de kerk of het kerkverband omziet naar de plaatselijke gemeente. Dat gebeurt in de vorm van een bezoek vanuit de classis aan een gemeente, veelal eens in de vier of vijf jaar. In dit artikel gaat Jan Hendriks in op de vraag hoe een visitatie zó vorm kan krijgen dat zij de opbouw van de gemeente dient. Daarbij gaat hij achtereenvolgens in op drie deelvragen: wat is opbouw van de gemeente; hoe kan de visitatie daaraan een bijdrage leveren; welke vorm zou het bezoek concreet kunnen krijgen? Hij eindigt met een pleidooi om de visitatie te intensiveren.
In plaats van de gebruikelijke literatuurberichten ditmaal twee uitgebreide boekbesprekingen. Maarten den Dulk bespreekt het boek van A. Houtepen (God een open vraag), waarin deze ons aanmoedigt om het met een goed geweten over God te hebben, zonder daarbij uit intellectuele bezorgdheid de bekende aanhalingstekens ('God') aan te brengen. Jan Visser bespreekt het boek van A. Verheule (Angst en bevrijding), bestemd voor mensen die hun eigen angsten willen verstaan en vooral voor pastorale werkers die anderen in hun angst willen helpen.
Ernest Henau, Kerk-zijn in een gedifferentieerde samenleving. Over geloof, gemeenschapsvorming en individualisering (105)
Hans Alma, (Geloofs)ontwikkeling in levensloopperspectief (122)
Jan Hendriks, Visitatie: geleidingsmiddel voor gemeenteopbouw (140)
Maarten den Dulk, Over A. Houtepen, ‘God een open vraag’. Theologische perspectieven in een tijd van agnosme. Boekbespreking (159)
Jan Visser, Angst en bevrijding. Bespreking van Anthonie F. Verheule, Angst en bevrijding. Theologisch en psychologisch handboek voor pastorale werkers (170)
Meer artikelen …
- 1998/1 Inloopcentrum
- 1997/5 'Het verhaal gaat'. Reflecties bij de bijbelse hervertelling van Nico ter Linden
- 1997/4 De twee petten van de prediker. Over het effect van exegetische methode op de prediking
- 1997/3 'Urban mission'
- 1997/2 Breuken en bruggen. Herkenbare kerkelijke presentie in de samenleving
- 1997/1 Refelcties bij HIV en aids
- 1996/5
- 1996/4 Thuis raken in geloof
- 1996/3 Postmodernisme en kerkelijk beleid
- 1996/2 Pastoraat en levensbeëindiging
- 1996/1
- 1995/5
- 1995/4 Leesrooster: stapsteen of struikelblok?
- 1995/3 Mystiek en pastoraat
- 1995/2 De toekomst van het pastorale beroep. Hoe blijf ik als pastor overeind?
- 1995/1
Subcategorieën
2023 - jaargang 50
Jaargang 50 - 2023
2023/4 Een voorschot op de toekomst
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
2023/3 Oorlog en vrede
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
2023/2 Theologie aarden
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
2023/1 Slavernijverleden en racisme
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
2022 - jaargang 49
Jaargang 49 - 2022
2022/4 Als 't Danst...
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
2022/3 Opleidingssupervisie
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
2022/2 Kwetsbaarheid
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
2022/1 Handelen, denken, delen
klik op bovenstaande link voor het overzicht van dit nummer en het downloaden van de artikelen
1997 - jaargang 24
1997/5 'Het verhaal gaat'. Reflecties bij de bijbelse hervertelling van Nico ter Linden
1997/4 De twee petten van de prediker. Over het effect van exegetische methode op de prediking
1997/3 'Urban mission'
1997/2 Breuken en bruggen. Herkenbare kerkelijke presentie in de samenleving
1997/1 Refelcties bij HIV en aids
Pagina 20 van 24