Als een preek schilderen met woorden is, dan zou ik willen kunnen preken zoals Kees Verweij schilderde.
Kees Verweij (1900-1995) tekende al op jonge leeftijd. ‘Niemand kan op eigen kracht leven’, zei hij, ‘om vandaar uit een eigen plaats te veroveren.’ Alles begint bij hem met kijken. Kijken naar de realiteit. Dit getuigt van eerbied voor wat het oog te zien krijgt.
Wie preekt, herkent de parallellen. Alles begint met lezen, met eerbied voor een tekst, een bijbelfragment (of een gedicht). Niemand kan op eigen kracht preken.
Een eigen plaats heeft Verweij veroverd, met name met zijn atelierstukken. Hier wordt zijn schilderkundigheid gevierd in een explosie van vorm en kleur. Grote doeken, die ontstonden in zijn atelier (zijn kosmos) waar voorwerpen verzameld werden en rondslingerden. Pannen, lampen, schalen, gipskoppen, potten. Tot ze op een tafel werden gerangschikt, en met toevoeging van lappen en bloemen de mise-en-scène werden voor een nieuw stilleven.
Wie preekt, herkent de parallellen. De woorden, de inzichten, de vergezichten en de gelaagdheid van een tekst zijn als een kosmos en vragen om een zorgvuldige verkenning.
Verweij zegt over deze atelierstukken: ‘Ik doe dit niet om in de rommel te zitten, maar omdat ik gemerkt heb dat vanuit deze toestand van vergaandheid en van stof en schimmel, kleinodiën en kristallen opgedolven worden die kostbaarder zijn dan al het opgeruimde en gestroomlijnde van de moderne tijd. Hoe langer je kijkt, hoe meer vormen en kleuren lijken te verschijnen. Ze geven zich niet zomaar prijs. Het licht komt uit de schaduwen, het is een wonder dat er zoveel kleur is in die donkere partijen. Dat zie je niet altijd, dat openbaart zich als ik bezig ben.’
Wie preekt, herkent de parallellen. Preken zet een licht op wat vergeten wordt, delft op wat wordt geringschat, weet het weerloze op waarde te schatten. En al schrijvend en sprekend ontdek je kleur in donkere hoeken. Als een openbaring.
Als een preek schilderen met woorden is, dan zou ik willen kunnen preken zoals Kees Verweij schilderde.
Afbeelding: Kees Verweij, ‘Atelierinterieur’