Tussenwereld - Harbert Booij - beeldmeditatie 2014/3
Een redactielid zei tegen mij, met enige spijt en verontschuldiging in zijn stem: ‘Ik heb eigenlijk niets met iconen.’ Er klonk iets door van verlangen meer met de oosterse orthodoxie in contact te kunnen komen door je in te kunnen leven in iconen. Sinds ongeveer een halve eeuw is er steeds meer aandacht voor iconen. Tegenwoordig maken ze deel uit van de kunsthandel en in de kerken zien we ze steeds, oud of nieuw, authentiek of hobbyistisch nageschilderd. Veel westerse gelovigen beleven er een soort gewijdheid aan, die ze in de ‘eigen’ religieuze kunst missen. Bovendien gaat er van de betere iconen een eigen schoonheid uit, door hun typische compositie en door een ‘oude’ kleurintensiteit. Er is weinig naturalisme en de ruimtelijkheid wordt niet gedicteerd door het centraal perspectief en de theatrale wet van eenheid in handeling, plaats en tijd. Hierdoor ervaren we een wereld tegenover ons. Ook de zichtbare oudheid en het aangetast zijn door langdurig gebruik of juist verwaarlozing kunnen een extra belevingsdimensie geven.
Iconen vragen tijd om er mee vertrouwd te raken. Als je er nog niet al te veel gezien en niet al te veel goed bestudeerd hebt, ‘lijken ze allemaal op elkaar’. Wij zijn gewend dat kunstenaars streven naar eigen stijl en originele onderwerpen.
Merleau-Ponty schreef: ‘In welke beschaving de schilderkunst ook ontstaat […] tot heden doet ze nooit een ander raadsel eer aan dan dat van de zichtbaarheid.’ Hij heeft het dan over het wonderlijke gegeven dat kunst altijd een tussenwereld, een tussenschakel is tussen het zien en het geziene. Van de voorstelling is niet te zeggen waar die zich bevindt. Het komt voort uit de ontmoeting van de waarnemer met wat ervaren is. Het is allemaal fysiek, en toch stijgt het daar boven uit. In religieuze kunst kan het dan tegelijk de ontmoeting zijn van de gelovige met het geloofsverhaal. In de icoon wordt dit besef versterkt juist door niet te focussen op de schijnbare overeenkomst met de gewone waarneming.
Nee, een heilige is altijd dezelfde heilige, de Drie-eenheid is altijd dezelfde. Dat geef je weer vanuit een heilige traditie.
De hier afgebeelde icoon uit de zestiende eeuw is voor mij esthetisch spannend en inhoudelijk diep. Het is Opstanding en Nederdaling in de onderwereld tegelijk, redding van Adam, Eva, David en anderen. Het is voor mij een christelijk beeld, waar Plato ook over schreef in zijn Allegorie van de Grot. Een mens die verantwoordelijk wil zijn voor de anderen, keert terug in de grot, diep de grot in, om daar verlichting te brengen aan wie nog in de grot is.
Harbert (drs. H.A.) Booij is docent aan de opleiding Theologie en Levensbeschouwing Hogeschool Windesheim
afbeelding: ‘Anastasis – Opstanding’ of ‘Nederdaling van Christus in de onderwereld’, Russische icoon, begin 16e eeuw, 31x26 cm