Bij wijze van beeldmeditatie hebben wij een dialoog opgezet bij het beeld ‘Conversation piece’ van Juan Muñoz. We maakten er een bibliodrama van. Eerst kozen we associatief een bijbelverhaal waarin een man in gesprek is met een vrouw. Dat werd Johannes 4, 1-26. René nam de rol van de Jezusfiguur op zich, Corja die van de Samaritaanse vrouw. We lazen de tekst, leefden ons in onze rol in en via e-mail gingen wij met elkaar in gesprek. 
De Jezusfiguur: ‘Ik ben de mens van het vele zwerven …’ De Samaritaanse had haar woord al klaar. Het woord van de een riep het andere op.

Jezus zittend bij de put 
Ik ben de mens van het vele zwerven, een gezondene, maar soms wordt het mij te veel.
Ik ben moe. Ik ben nu bij een bron aangekomen.
Het is een bron met een verhaal, het is de bron van Jacob.
Mijn leerlingen zijn op zoek naar voedsel. 
Het is warm, het zesde uur, het heetst van de dag.

Vrouw, aankomend bij de put
Ga ik hier tussen de middag heen om al die kletswijven te ontlopen, zit daar een man. 
Wat is dat er voor eentje? Pas op, het is een Jood.

Jezus ziet de vrouw aankomen en staat op
Wie komt er nou op dit uur van de dag water putten? En nog alleen ook. Wie zou zij zijn?

Zij: ‘Dag meneer, mag ik er even bij?’ 
Hij: ‘Natuurlijk, en mag ik je wat vragen? Als je toch aan het putten bent, mag ik dan ook wat water?’ 
Zij: ‘Dat vraagt u aan míj? Waar ik vandaan kom zijn ze niet zo vriendelijk tegen ons en al helemaal niet tegen mij. Maar als u dorst hebt, water is vrij.’ 
Hij: ‘Mag ik uit uw emmer drinken? Wie dorst heeft, kijkt over grenzen heen. 
Wat is er dat je mee draagt? En dat je hier alleen naar toe komt?’ 
Zij: ‘Mijn emmer is groot genoeg en mijn hart ook. 
Dat is precies mijn probleem: ik laat te makkelijk over mijn grenzen gaan. 
Maar een slok water geef ik u graag.’ 
Hij: ‘Ook water stroomt over grenzen. Als de bron maar betrouwbaar is.’ 
Zij: ‘Deze bron is al heel oud en hij geeft zuiver water.’
Hij: ‘Kun je zelf zuiver zijn? Dat zou van een diepere bron getuigen.’
Zij: (bloost)
Hij: ‘Ik zie dat het je raakt. Volgens mij is zuiverheid ook pijnlijk voor je.’
Zij: (kijkt naar de grond) ‘Ja.’
Hij: ‘Verlang je ernaar, naar een bron van zuiverheid?’
Zij: ‘Ik durf niet meer te verlangen. Ja, ik zou wel willen stromen, maar of mij dat nog gegeven is?’
Hij: ‘Ieder mens dorst naar een bron. Geloof me: ook in jou kan het stromen.’
Zij: ‘Nu weet ik wie u bent: u bent een profeet! Wie anders kijkt zo in mijn hart dan God alleen.’
Hij: ‘Je zegt het. Ik ben een gezondene van God. Geraakt en geroepen door Zijn Geest.
Die Geest stroomt en waait waarheen hij wil. Ook jou brengt hij terug het leven in.’

Afbeelding: Juan Muñz, ‘Conversation piece’