Migratie is het verhaal van naar schatting 224 miljoen mensen – 3,3 procent van de wereldbevolking (IOM 2017, 1) – die huis en haard verlaten vanwege het ontbreken van economisch perspectief, gevaar door politiek geweld en oorlog, problemen gerelateerd aan etniciteit, cultuur, religie, vrouw-zijn of seksuele geaardheid.
Door de verplaatsing van migranten naar allerlei gebieden komen verschillende samenlevingen bij elkaar. Elke samenleving geeft hier een eigen betekenis aan. Nina Glick Shiller formuleert dat op treffende wijze als ze zegt dat in de landen van aankomst migranten ‘are scoriated as a treat to global and national security’, terwijl ze in de landen van herkomst ‘are celebrated as transnational actors who trough their remittances and knowledge adquired abroad develop in their homelands’ (Glick Shiller 2013, 25).
Met name in de landen waar migranten aankomen, reageren mensen met angst. Een gevoel dat tot uiting komt via verschillende modaliteiten: als bedreiging van de cultuur, als gevaar voor de economische stabiliteit en de welvaart en als risico voor de veiligheid (Zapata-Barrero 2012, 54).

 

Paradox

Maar is het inderdaad zo dat lokale culturen verdwijnen door migratie? Is het economische effect van migratie alleen maar negatief? En hoe groot is het percentage migranten dat iets te maken heeft met de bedreiging van de veiligheid?
Migranten neerzetten als gevaar voor het land wordt uitgebuit voor electorale doeleinden. Dat heeft ook geleid tot beleidsvormen waarin de universele mensenrechten minder waard worden geacht dan de rechten van de (eigen) burgers. In het grensbeleid bijvoorbeeld, zorgt ‘securitizing’ ervoor dat de Europese Unie migranten de toegang ontzegt zonder zich verantwoordelijk te voelen voor de (dodelijke) slachtoffers buiten de grenzen. Internationale verplichtingen, zoals het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties uit 1951, worden door Europa niet nagekomen. Die situatie sluit aan bij wat Hannah Arendt ‘fundamental deprivation of human rights’ noemde, waartegenover ze ‘right to have rights’ stelde (Arendt 1973, 296).
Migranten die het lukt om Europa binnen te komen op reguliere of niet-reguliere wijze hebben te maken met een paradox: ze worden geconfronteerd met de denkbeelden dat ze een gevaar vormen voor de samenleving en krijgen te horen dat ze ongewenst zijn, terwijl tegelijkertijd van hen wordt verlangd dat ze integreren, participeren en bijdragen aan de sociale cohesie. Voor de rest van de samenleving is dit niet minder verwarrend, want hoe kunnen ze relaties aangaan met mensen over wie ze van hun eigen politici horen: ‘Noem mij een multiculturele samenleving, waar de oorspronkelijke bevolking nog loopt en waar een vreedzaam samenlevingsverband is? Ik ken die niet’ (Hendrickx 2018).

 

Geloof als ‘identity maker’

Voor veel migranten betekent de ervaring van ontworteling een periode van onzekerheid, een crisis die de grondvesten van hun identiteit en diepe overtuigingen raakt. Was hun geloof in de landen van herkomst iets dat min of meer door hun familie en omgeving werd bepaald, nu in het nieuwe land beleven ze hun geloof op een nieuwe manier. Het komt dicht bij hun identiteit, het wordt een ‘identity maker’; in hun geloof vinden ze empowerment en hoop voor de voortzetting van hun migratieproject.
Met steun van hun geloof overbruggen migranten de afstand die hen van familie en vrienden scheidt. Worden migranten actief in een gewone lokale kerk, een migrantenkerk of moskee, dan komen ze in contact met autochtonen, taalgenoten of landgenoten. Deelname aan een religieuze gemeenschap kan ook averechts werken voor de aansluiting van de migrant op de nieuwe samenleving. Dat is het geval bij groepen die de uitdagingen van de nieuwe samenleving aangaan door de vorming van een soort enclave die zich uitsluitend op het land van herkomst richt.

 

Misverstanden

De interpretatie van wat zich in de religieuze gemeenschappen van migranten afspeelt, berust vaak op misverstanden. Buitenstaanders percipiëren zo’n gemeenschap vaak als een etnische of culturele enclave. Onderzoek heeft echter aangetoond dat deze gemeenschappen betrokken zijn bij processen die door Putnam (2001) worden gekenmerkt als ‘bonding social capital’ voor wat betreft de versterking van de interne relaties binnen de religieuze gemeenschap en als ‘bridging social capital’ voor de bemiddeling van contacten naar buiten toe. Kerken en moskeeën zijn betrokken bij zowel projecten voor de eigen gemeenschap als voor het brede palet van bewoners in hun wijken of stadsdelen, zoals voedselbanken, de organisatie van sportieve en culturele evenementen, van interreligieuze, interculturele of oecumenische vieringen, de opvang van vluchtelingen en samenwerking met ngo’s of gemeentelijke sociale hulpverlening in wijken (Castillo Guerra 2015).
De recente publicatie De wereldkerk in eigen land door Anmar Hayali (2018), secretaris van Samen Kerk in Nederland (SKIN, een landelijke parapluorganisatie voor migrantenkerken) illustreert de grote diversiteit van migrantenkerken. Deze kerken zijn met name te vinden in de grote steden van ons land (Castillo Guerra 2018). Al in het eerste onderzoek naar migrantenkerken van Jongeneel (1996) bleek de grote diversiteit aan landen en kerktradities waaruit de leden voortkomen. Migrantenkerken zijn een tastbaar voorbeeld van de huidige ‘super-diversity’ (Vertovec 2007) in de Nederlandse samenleving, met inwoners uit meer dan 223 landen.

 

Vorming van gemeenschappen

Maar wat betekent de diversiteit van migrantenkerken voor de verhoudingen tussen kerken in Nederland? Waarom opereren ze los van de grote Nederlandse kerken?
Met de komst van studies in World Christianity en het interculturele denken tegen het einde van de vorige eeuw, ontstond het idee dat er geen sprake meer kan zijn van één christendom, maar dat we moeten spreken van ‘veel christendommen’. Eén bestaand model voor wat christendom mag zijn, is nergens te vinden. Migranten namen hun eigen christendom mee naar Europa en transformeerden dit vanuit hun migratie-ervaring. Vervolgens hebben ze er behoefte aan dit getransformeerde geloof te beleven in de kerk. Echter, noch de theologische vorming noch de pastorale toerusting van personen werkzaam in de grote Nederlandse kerken, sluit aan op het wereldchristendom in Nederland.
Voor migrantenchristenen zijn de eigen taal, riten en liederen belangrijk voor de beleving van het eigen geloof. Dat verklaart waarom ze eigen kerkgemeenschappen stichten.
Deze kerken kunnen echter samenwerken en zelfs één worden met andere parochies of gemeenten. Gefuseerde parochies of internationale kerken van migranten en autochtonen laten nu al zien dat de vorming van gemeenschappen mogelijk is. Het is een moeilijk proces waarin verschillende organisatieculturen het eens moeten worden over tal van zaken. Het succes van deze gefuseerde gemeenschappen hangt af van de overwinning van de angst om door de ander te worden overgenomen. Doorslaggevend is het om oprechte belangstelling te ontwikkelen voor elkaar en elkaar dan ruimte te gunnen voor de beleving van het geloof vanuit de eigen traditie.

Tot slot: dit themanummer van het tijdschrift Handelingen reikt inzichten vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines aan om migratie te begrijpen vanuit het Europese en Nederlandse beleid en hun geschiedenis. Vervolgens ligt de nadruk op de rol van religie, met name op geloof en pastoraat.

 

Literatuur
Arendt, H. (1973). The Origins of Totalitarianism. Orlando: Houghton Mifflin Harcourt.
Castillo Guerra, J. E. (2015). Beyond conflict: understanding the deprivitazation of religion from the social capital of religious organizations by migrants. In: C. Sterkens & P. Vermeer (eds.), Religion, migration and conflict (pp. 147-168). Wien: Lit.
Castillo Guerra, J.E. (2018). God blijft in Nederland. Kerkgemeenschappen van rooms-katholieke migranten in Nederland. Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, 2018 vol. 9: 53-69.
Glick Shiller, N. (2013). The transnational migration paradigm: global perspectives on migration research. In: D. Halm & Z. Sezgin (eds.), Migration and Organized Civil Society: Rethinking National Policy (pp. 25-43). London: Routledge.
IOM (2017). Migration and migrants: A global overview. In: IOM, World Migration Report 2018 (Chapter 2, pp. 1-47). Geneva: IOM. https://publications.iom.int/system/files/pdf/wmr_2018_en_chapter2.pdf
Hayali, A. (2018). De wereldkerk in eigen land. Amersfoort: SKIN.
Hendrickx, F. (2018). Multiculturele samenleving is geliefde Haagse boksbal. de Volkskrant, 3 september 2018. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/multiculturele-samenleving-is-geliefde-haagse-boksbal~bfd9f96b/
Jongeneel, J.A.B., Budiman, R. en Visser, J.J. (red.) (1996). Gemeenschapsvorming van Aziatische, Afrikaanse en Midden- en Zuidamerikaanse christenen in Nederland: een geschiedenis in wording. Zoetermeer: Boekencentrum.
Putnam, R.D. (2001). Bowling alone: The collapse and revival of American community. New York: Simon and Schuster.
Vertovec, S. (2007). Super-diversity and its implications. Ethnic and Racial Studies, vol. 30: 024-1054.
Zapata-Barrero, R. (2012). Teoría política de la frontera y la movilidad humana. Revista española de ciencia política, vol. 29: 39-66.

 

Jorge (dr. J.E.) Castillo Guerra is universitair docent Empirische en praktische religiewetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
E